Programmabegroting 2019-2022

4. Uitkomsten circulaires 2018

4. Uitkomsten circulaires 2018

Samenvatting

In deze bijlage geven we een totaaloverzicht van de uitkomsten van de mei- en septembercirculaires 2018. We beginnen met een samenvattend overzicht in de tabel. Daarna lichten we elk onderwerp toe. De afzonderlijke effecten zijn ook als 3O-ontwikkelingen bij de desbetreffende programma’s opgenomen.
In het tweede deel van de bijlage geven we een nadere analyse van de uitkomsten.

Mei- en septembercirculaire 2018
Samengevat is de uitkomst van de circulaires als volgt:

bedragen x €1.000
Omschrijving20172018201920202021
Mei- en septembercirculaire 2018-2.201-7.897-9.565-10.447-11.202
Af te zonder posten
Loon- en prijsstijging 201903.3003.4723.6343.891
Loon- en prijsstijging sociaal domein1.7601.7601.7601.7601.760
Participatie07443-12-427
WMO 20150-1100-21
Invoering abonnementstarief WMO0638750750750
Schulden en armoede13811311300
A&O fonds3535353535
Maatschappelijke opvang-14-28-28-28-28
Brede impuls combinatiefuncties-2-2-2-2-2
Sociale acceptatie LHBT190000
Armoedebestrijding kinderen0-27-27-27-27
Beschermd wonen0469459459459
Rijksvaccinatieprogramma0166166167167
Voorschoolse voorziening peuters0-50-100-150-150
Bonus beschut Werken1190000
Weerbaar bestuur800000
Toezicht en handhaving kwaliteit kinderopvang/ gastouderopvang en peuterspeelzalen053545454
Spoorstaafconditioneringssystemen500000
Loon- en prijsstijgingen participatie657657657657657
Totaal af te zonderen posten2.8427.1477.3527.2977.118
Saldo mei- en septembercirculaire641-750-2.213-3.150-4.084

Saldo septembercirculaire 2017

De septembercirculaire (inclusief mei) 2018 van de algemene uitkering uit het gemeentefonds geeft, na verrekening van de af te zonderen posten, de volgende uitkomsten:

  • in 2018 een negatief effect van € 641.000
  • in 2019 een positief effect van € 750.000
  • in 2020 een positief effect van € 2.213.000
  • in 2021 een positief effect van € 3.150.000
  • in 2022 een positief effect van € 4.084.000

In 2018 wordt het nadeel vooral veroorzaakt door lagere verwachte rijksuitgaven. De septembercirculaire is zelfs € 1,7 miljoen nadeliger dan verwacht in mei.

Voor de jaren erna is er sprake van positieve accressen  door hogere rijksuitgaven. Hierin is vooral het effect van het regeerakkoord zichtbaar, waarbij het Rijk fors investeert in collectieve voorzieningen zoals veiligheid, onderwijs, zorg en infrastructuur. Omdat de rijksuitgaven hierdoor toenemen, ontvangen gemeenten ook extra geld (samen de trap op).

Analyse op hoofdlijnen

       + is negatief: minder inkomsten

             - is positief: extra inkomsten

     bedragen x € 1.000

Onderdelen

2018

2019

2020

2021

2022

Samen de trap op/ af (accres)

-416

-3.531

-5.061

-6.392

-8.436

Afrekening 2017

119

0

0

0

0

Plafond BTW compensatiefonds

832

1.554

2.155

2.511

2.755

Korting apparaatskosten gemeenten

0

0

0

0

480

Aandeel in voorziening knelpunten sociaal domein

476

0

0

0

0

Veilig Thuis

59

171

171

258

258

Verhoogde asielinstroom

-238

0

0

0

0

Algemene verlaging jeugd

0

309

266

333

364

Algemene verlaging WMO

0

203

42

75

69

Algemene verlaging Participatie

0

5

5

9

9

Overig

-191

539

209

56

417

Samen de trap op en af

De ontwikkeling van de algemene uitkering hangt voor een belangrijk deel af van de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens de normeringssystematiek (samen de trap op en af) hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van de algemene uitkering.

De trap op - trap af systematiek blijft bestaan, maar wel aangepast. De systematiek is vanaf nu gekoppeld aan de totale uitgaven (ook Zorg & Zekerheid telt mee)  waardoor er sprake is van een stabielere uitgavenontwikkeling.  Zoals uit het Regeerakkoord blijkt, gaat het nieuwe kabinet de komende jaren fors investeren in collectieve voorzieningen zoals veiligheid; onderwijs; zorg en infrastructuur. Omdat de rijksuitgaven hierdoor toenemen, ontvangen gemeenten via trap op – trap af een hoger accres.
In de meicirculaire zijn de effecten uit de landelijke voorjaarsnota verwerkt. In deze voorjaarsnota is ook het effect opgenomen van de lagere grasbaten door het verminderen van de gaswinning in Groningen.
De septembercirculaire is vooral voor het jaar 2018 aanzienlijk negatiever dan verwacht in mei (nadelig accres van € 1,1 miljoen).

Afrekening 2017

Het gemeentefonds over 2017 is definitief vastgesteld. De rijksuitgaven waren lager ten opzichte van de verwachting van september 2017. Vandaar dat de algemene uitkering over 2017 verlaagd is met € 119.000.

Plafond BTW compensatiefonds

Gemeenten declareren hun BTW op overheidstaken bij het BTW CompensatieFonds (BCF). Om te voorkomen dat er een open eind regeling ontstaat heeft de rijksoverheid een plafond aangebracht in de declaraties van ± € 3,2 miljard. Blijven de gezamenlijke gemeenten onder het plafond dan wordt het verschil aan het gemeentefonds toegevoegd, wordt het plafond overschreden dan wordt het verschil uit het gemeentefonds genomen. De laatste jaren heeft het Rijk een inschatting gemaakt dat er minder BTW door gemeenten wordt gedeclareerd. Het verschil is toegevoegd aan de algemene uitkering. Voor onze gemeente gaat dit om een inschatting van € 2,3 miljoen in 2019 oplopend tot € 3,5 miljoen in 2022. Het Rijk gaat deze systematiek echter veranderen omdat de berekening van deze raming discutabel was. Ze hebben er nu voor gekozen om geen raming meer op te nemen. Ze gaan nu in de loop van het jaar kijken hoeveel er gedeclareerd wordt en gaan op basis daarvan over tot verrekening met de algemene uitkering. Dit heeft ook gevolgen voor onze begroting.
Het nadeel over 2018 komt door de bijstelling van het Rijk in september omdat het Rijk verwacht dat gemeenten meer BTW declareren. De provincie heeft daarnaast bepaald dat alleen een raming aan inkomsten mag worden geraamd op basis van de werkelijke cijfers 2017. Dit uitgangspunt hebben we dan ook overgenomen. Per saldo kunnen we dan nog een bedrag ramen van jaarlijks €750.000.

Korting apparaatskosten opschaling gemeenten

In het regeerakkoord is opgenomen dat het Rijk streeft naar minder en grotere gemeenten. De gedachte vanuit het Rijk is dat de beoogde opschaling van gemeenten leidt tot besparingen die ontstaan door schaalvoordelen, verminderen van toezicht, vereenvoudiging van regelgeving en minder dubbeling van taken. De besparing gaat uit van een daling van het aantal gemeenteambtenaren doordat gemeenten groter worden of met elkaar gaan samenwerken. Dit leidt tot een uitname uit het gemeentefonds. In totaal is voor deze operatie een structurele bezuiniging van € 975 miljoen opgenomen (2025). Voor het jaar 2022 betekent dit een aanvullende bezuiniging van € 480.000.

Aandeel in voorziening knelpunten sociaal domein

Er is landelijk afgesproken om een tijdelijke voorziening te treffen voor gemeenten, die geconfronteerd worden met een stapeling van tekorten bij de uitvoering van de taken in het sociaal domein. De omvang van deze voorziening is € 200 miljoen, waarvan de helft door gemeenten zelf wordt betaald via de algemene uitkering. Dit betreft dus een nadeel, op dit moment van € 476.000 in 2018. Wij komen als gemeente niet in aanmerking voor compensatie omdat onze tekorten te gering waren.

Veilig Thuis

Met de aanscherping van de Wet Meldcode en de radarfunctie Veilig Thuis wordt de taak van Veilig Thuis geïntensiveerd. Afgesproken is dat de hiermee samenhangende kosten betaald worden uit de algemene uitkering. Dit leidt tot een nadeel voor ons, waarbij het geld vanuit ons gaat naar de centrumgemeente die dit uitvoert.

Verhoogde asielstroom

In het Uitwerkingsakkoord Verhoogde Asielinstroom zijn afspraken gemaakt over extra maatregelen en de daarmee samenhangende kosten in de jaren 2016 en 2017. Landelijk resterende middelen vloeien hierna terug in de algemene uitkering. Vandaar dat we in 2018 een voordeel hebben € 238.000 omdat deze middelen landelijk niet zijn besteed.

Algemene verlaging jeugd/ WMO en participatie

De gelden voor het sociaal domein (jeugd, WMO en participatie) zijn in de meicirculaire voor een heel groot deel toegevoegd aan de reguliere algemene uitkering. Hierdoor is het steeds moeilijker te volgen hoeveel geld er in de algemene uitkering specifiek bestemd is voor het sociaal domein. Deze aanpassing van het systeem betekent ook dat de uitgaven meelopen met “samen de trap af”. De verlaging van het accres in 2018 en ook de aanpassing van de verdeeleenheden werkt door in het geld wat we voor het sociaal domein krijgen. Een groot nadeel zit hier vooral bij jeugdzorg (circa € 0,3 miljoen per jaar minder). Dit heeft echter niets te maken met inhoudelijke reden. Het effect wordt puur door het accres en door hoeveelheden (verdeelsystematiek) veroorzaakt. Vandaar dat er voor gekozen is om deze nadelen niet in mindering te brengen van de gelden in het sociaal domein.

Overige rijksontwikkelingen

Binnen de overige rijksontwikkelingen treden diverse effecten op door onder andere:

  • Afname van hoeveelheden binnen het totaal van alle maatstaven, waarbij er met name een positief effect optreedt als gevolg van een afname van het aantal uitkeringsgerechtigden;
  • Diverse overige mutaties.