In het coalitieakkoord ‘Kansen zien, kansen pakken' is gekozen voor een solide financieel beleid met sluitende meerjarenbegrotingen. We hebben een algemene reserve die voldoet aan de gestelde normen (10% van de algemene uitkering).

Een financieel gezonde gemeente is van belang zodat doelstellingen van andere beleidsvelden financieel betaald en gerealiseerd kunnen worden. Daarvoor is nodig:

• een sluitende begroting met een gezond meerjarenperspectief
• goed beheer van deelnemingen en verbonden partijen
• een goede treasuryfunctie
• voldoende weerstandsvermogen om gemeentelijke risico’s af te dekken
• voldoende waarborgen tegen calamiteiten (verzekeringen).

Voor het financiële beleid geldt dat deze taken grotendeels wettelijk zijn vastgelegd in de Gemeentewet. De gemeenteraad heeft de kaderstellende rol. Op het gebied van de gemeentefinanciën stelt de raad kaders door middel van de begroting en de financiële verordening. De controlerende rol van de raad komt tot uiting bij de jaarstukken. Namens de gemeenteraad controleert de accountant de jaarstukken. Daarnaast houdt de provincie toezicht op de gemeentelijke financiën en ondersteunt de rekenkamercommissie de raad bij de controlerende taak.
We streven uiteraard jaarlijks naar een positief oordeel van de provincie Noord-Brabant over de programmabegroting en ook naar een goedkeurende verklaring van de accountant op onze jaarrekening.

• Uitvoeren van een stabiel financieel beleid

• We voeren een nieuw risicomodel voor het grondbedrijf in, gelijktijdig met deze programmabegroting. Op basis van dit model wordt op basis van de belangrijkste risico's berekend hoe groot de minimaal benodigde weerstandscapaciteit moet zijn. Deze minimale weerstandscapaciteit bepaalt het minimale niveau van de algemene bedrijfsreserve van het grondbedrijf.
• We zetten twee investeringsfondsen op, namelijk: "Stadhart Oss" en "Duurzaamheid". Via deze fondsvorming reserveren we geld voor realisatie van onze ambities op deze terreinen. Voeding van deze fondsen zal vanuit het grondbedrijf plaatsvinden, waarbij gelden pas beschikbaar komen als de grondverkopen daadwerkelijk gerealiseerd zijn.
• Onze nieuwe manier van werken, waarbij we meer werken in co-creatie, meer maatwerk toepassen, meer ontschot werken e.d. heeft ook gevolgen voor financiële verantwoording. Voor een deel zijn onze bestaande controlemechanisme nog steeds functioneel, echter in specifieke situaties vraagt dit iets anders. Minder regels, minder controle en juist meer vertrouwen. In de overeenkomsten binnen de nieuwe WMO bijvoorbeeld werken we op dit moment met overeenkomsten waarbij instellingen aan het einde van het jaar een verantwoording in de vorm van een accountantsverklaring moeten afleggen om aan te tonen of ze de zorg ook daadwerkelijk verleend hebben. Dit werkt op dit moment goed. We blijven de landelijke ontwikkelingen volgen of we dit op een eenvoudigere manier kunnen organiseren.  
• Met de start van een nieuwe collegeperiode willen we samen met de gemeenteraad kritisch kijken naar de huidige opzet van de planning & controlcyclus. Op dit moment kennen we onderdelen zoals de programma-evaluatie, omgevingsanalyse, opiniërende bespreking kadernota, kadernota en programmabegroting. We werken een voorstel uit om aanpassingen te doen binnen het proces van de kadernota (meer gericht op het gesprek in de gemeenteraad en minder papier).
• We gaan het gesprek aan om het gebruik van de digitale producten binnen de cyclus beter te benutten, met als doel te 'stoppen' met het vervaardigen van dikke boekwerken. In het portaal http://financien.oss.nl staan alle digitale planning & control documenten.
• We blijven de betalingstermijn van onze facturen kritisch monitoren. We blijven streven naar 90% tijdige betaling (norm vanuit het Rijk en VNG).
• Sinds 1 januari 2016 zijn we als gemeente belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. In 2018 stellen we onze eerste aangifte op. In 2018 verwachten we de eerste richtinggevende uitspraken van de belastingdienst.
• We volgen kritisch de landelijke ontwikkelingen op het gebied van de zogenaamde 'in control statement' door colleges. De minister heeft aangekondigd dat er een wetswijziging wordt voorbereid waarna het college een rechtmatigheidsverklaring moet opnemen in de jaarstukken. De rechtmatigheidsverklaring wordt nu nog door de accountant afgegeven. Die hoeft dat dan straks niet meer te doen. Wel nog moet de accountant aangeven of de rechtmatigheidsverklaring van het college getrouw is. In die zin blijft de accountant over de schouder van het college meekijken. Hoe dit proces en de verklaring er precies uitziet is nog niet duidelijk. Ook de invoeringsdatum is nog onbekend.